De jaren vijftig
De eerste termijn van 30 jaar, conform de statuten, was voorbij in 1952 en een nieuw engagement werd aangegaan, dat gepaard ging met een kapitaalsverhoging naar 16 miljoen frank. Ook het machinepark was inmiddels aangevuld met een 20-tal spinmachines, voortkomend uit de aankoop van jutespinnerij NV Morel & Verbeke uit Gent. Van de oorspronkelijke aandeelhouders bleven er nog slechts enkelen over. Het merendeel ervan was verspreid door erfenis of verkocht.
Zo kwam op 12 januari 1956 de meerderheid van de aandelen in handen van de N.V. Ostend Stores & Ropeworks, die naast de productie van visnetten, sinds 1934 tevens een belangrijke producent was van oogst- en bindgaren voor de landbouwsector. In Hamme behield de haast 70-jarige Pierre Mouvau de functie van algemeen directeur. Met deze fusie drongen verbouwingswerken langsheen de Geemstraat zich op: uitbreiding van de burelen, de toegangspoort en een magazijn voor synthetische vezels.
Door de samenwerking werd de firma plots de grootste producent van bindertwine en profileerde zij zich op de internationale markt als een sterker handelsmerk dan buur en concurrent Le Lis. Samen sponnen Nofico en Ostend Stores 80 ton oogstgaren per dag, dat als pick up-garen vooral bestemd was voor de Amerikaanse en Canadese markt. Hamme werd de draaischijf voor de fijnere garens, ook geschikt voor tapijten.
Met de overname van de naburige vilderij Jonas & Naumbourg werd de productie van een eigen ververij voor garens en een weverij opgestart. De verkoopakte werd verleden op 19 maart 1959 door notaris Gustaaf Van Driessche en op 11 juni van hetzelfde jaar werden bij notaris Alphonse Lacourt te Oostende de statuten neergelegd van de nieuwe vennootschap: Tissage belge de tapis ‘Tisabel’ à Hamme.
Na publicatie in het staatsblad van 30 juni 1959 bleek de firmanaam reeds te bestaan, zodat een naamsverandering zich opdrong. Een kleine letterspeling bracht de naam Tasibel als perfecte keuze. Niet enkel de naam werd gewijzigd, ook infrastructurele wijzigingen waren aan de orde. Begin november 1959 werd de tapijtproductie reeds opgestart, aanvankelijk met twee getouwen.
Eind van het jaar werden 6 getouwen van 2 meter breedte en 1 jacquard weefgetouw voor de productie van lopers geleverd en bij de Duitse firma Jürgens werden twee jacquardtoestellen van 4 meter breedte en een uitzonderlijk 5 meter breed platgetouw besteld. Een nieuw avontuur kreeg volop zijn uitwerking.
